Tibetaanse Tantra

Deze vorm van Tantra vond zijn weerklank in Tibet vanaf de zevende eeuw. Het Tibetaans tantrisme is volledig verweven en gesynthetiseerd met het Tibetaans Boeddhisme.

Toen de leer van de levende (historische) Boeddha staatsgodsdienst werd in Tibet onder de Tibetaanse koning Tri Ralpachan, stelde deze koning zeer strenge, religieuze wetten op. Diegenen die achterdochtig naar de kloostergemeenschappen keken, of daar dreigend naar wezen werden de handen afgehakt of de ogen uitgestoken. Velen werden in die tijd op die wijze bestraft. 

De belangrijkste manier om de weerstand van de Tibetaanse krijgsheren en het volk te kanaliseren was de opname van pre-boeddhistische elementen, onder andere vanuit de Bön religie in het zich ontwikkelende Tibetaanse boeddhisme. Deze assimilatie van pre-boeddhistische elementen was eerder voorgekomen in andere boeddhistische culturen, maar nooit in de mate waarin dat in Tibet plaatsvond.

In de klassieke Tibetaanse geschiedschrijving is de eerste melding van boeddhisme in Tibet het verhaal, dat tijdens de periode van de koning Totori Nyantsen, die globaal in de 5e eeuw gesitueerd moet worden, er op wonderlijke wijze een aantal manuscripten uit de hemel vielen en op het dak van het paleis terechtkwamen. Eén van die documenten zou de Kāraṇḍavyūha zijn geweest, een soetra die omstreeks het jaar 400 geschreven moet zijn. Deze soetra is het eerste geschrift, waarin de tekst van de mantra Om mani padme hum voorkomt en waarin gesteld wordt dat het reciteren ervan het belangrijkste instrument op de weg naar verlichting is. Het verhaal is echter pas ruim 450 jaar later op schrift gesteld.

Tibetaanse Tantrayana

De Tibetaanse Tantrayana leer is een vast onderdeel van de Boeddhistische Vajrayana traditie (ook wel Tibetaans Boeddhisme of Tantrisch Boeddhisme genoemd). Het pad volgen van de Vajrayana traditie is het snelste pad, ofwel de bliksemweg naar Verlichting.

Verlichting bereiken is het ultieme doel van elke Tibetaan en bovenal van elke Tibetaanse geestelijke. In de Kalachakra traditie welk de hoogste geestelijke orde vormt binnen de Vajrayana traditie en waarvan de 14e Dalai Lama het hoofd is, speelt afkomst (lineage) een belangrijke rol. Enkel uitverkoren en geïncarneerde geestelijken (Tibetanen en anderen) kunnen tot deze elite orde toetreden en tantrisch worden geïnitieerd. De Kalachakra traditie draait rond het concept van tijd en cycli: van de cycli van de planeten tot om de cycli van de ademhaling. De Kalachakra adept leert te werken met de subtiele energie van het lichaam om zodoende verlichting van geest, lichaam en ziel te bereiken.

Met de Vajrayana (bliksem) traditie wordt tevens gerefereerd aan de Kundalini kracht die vrijkomt bij traditionele mono cultivatie, ofwel solo tantrische oefening. Deze soort van oefening via meditatie, Pranayama (ademhalingsoefeningen) en yoga komt oorspronkelijk uit India.

De betekenis van het Sanskriet woord Kundalini wordt meestal beschreven als de ‘opgerolde gifslang’. Kundalini energie moet in ieder geval geleidelijk worden ontwikkeld om het spirituele potentieel van een individu tot uitdrukking te kunnen brengen.

De Kundalini kracht bevindt zich ongeveer op de plaats van het basischakra of wortelchakra, onderaan de ruggengraat. 

Kundalini

Kundalini Ontwaking is een fysieke als mede energetische ontwakende kracht, waarbij de vitale levensenergie en de meest pure en primaire seksuele energie met elkaar samensmelten door het opstoken van het lichaamsvuur (Tumo [= verhittingstechniek]) en leiden tot het zogenaamde Lightening Bolt (bliksem) effect. Te vergelijken met een cobra die zich pijlsnel opricht en zorgt voor een ongelofelijke, sterke opwaartse energiestoot voelbaar in de ruggengraat en meestal gepaard gaand met diepgaand inzicht, pijn, genot, extase en (totale) bewustwording.

Het Kundalini transformatieproces heeft ook te maken met de reiniging en het opruimen van fysieke, emotionele, energetische en spirituele blokkades. Dit geldt vooral voor de reiniging van de chakra’s, maar heeft ook invloed op de meridianen en nadi’s, uiteindelijk tot in elke lichaamscel toe. Maar deze zuivering geldt ook op spiritueel gebied. Dus eigenlijk de zuivering die voor ieder mens nodig is om je spiritueel optimaal te kunnen ontwikkelen, je spiritueel op te richten, te verheffen. Als verticaal kanaal geeft de kundalini deze beweging ook weer.

Kundalini transformatie wordt tot op heden in Tibet niet gedoceerd aan de gewone stervelingen en wordt enkel in de context van de kloosters beoefend met de juiste geestelijke begeleiding en juiste tijdspanne qua initiatieproces voor de individuele tantra adept.

Bij een Kundalini initiatie spreekt men ook wel van de directe verbreeding tot zuil (kolom) van het centrale lichaamskanaal de Sushumna.

De gewone sterveling werkt liever met de meer geleidelijke Prana transformatie. In essentie is alle leven op aarde opgebouwd uit primaire, vitale, orgastische energie (= Prana) ontstaan in en voortgebracht door een oneindig universum. Energie kan zich verplaatsen of transformeren, maar gaat nooit teloor.